Het gebit van de hond
De hond is een vleeseter. De tandformule van een hond is als volgt samengesteld: zijn gebit heeft kleine snijtanden (zes boven en zes onder) om vlees van botten af te knagen, scherpe hoektanden om een prooi te grijpen en kiezen (veertien onder en twaalf boven) waarmee hij stukken vlees kan afsnijden en vasthouden.
Tussen de hoektanden en de kiezen zit een lege ruimte.
Ontwikkeling van het gebit van een hond
Bij een hond duurt het meestal 3 weken voor de eerste melktanden verschijnen. Dit kan verschillen naargelang het ras van je hond. Het gebit van een hond begint te wisselen na 13 à 21 weken. Eerst zullen de snijtanden wisselen, daarna de hoektanden en de kiezen. Dit moet je zeker goed in de gaten houden, want soms komen de volwassen tanden al door terwijl de hoektanden en achterste kiezen van het melkgebit er nog zitten.
Om te voorkomen dat het gebit van je hond scheefgroeit, contacteer je best een dierenarts om te kijken of de melktanden moeten verwijderd worden. Dit gebeurt het best wanneer jouw hond zes maand oud is. Ook wanneer je puppy nog jonger is, is het aangeraden dat de dierenarts het gebit controleert. De groei van de kaken kan namelijk ook beïnvloed worden door een afwijkende stand van tanden en kiezen.
Het belang van een goed gebit
Een gezond gebit is erg belangrijk voor je hond. Net als mensen kunnen honden last krijgen van tandplak en tandsteen. Tandplak kan tandvleesontstekingen veroorzaken. Zo’n ontsteking veroorzaakt pijnlijk, rood of zelfs bloedend tandvlees en losse tanden.
Maar ontstoken tandvlees kan ook leiden tot infecties elders in het lichaam, doordat bacteriën via het tandvlees rechtstreeks in de bloedbaan terechtkomen. Dit kan bijvoorbeeld een ontsteking van de hartkleppen of de nieren veroorzaken! Ook andersom kunnen afwijkingen elders in het lichaam een effect hebben op het gebit. Nierafwijkingen kunnen bijvoorbeeld tandvleesontsteking mede in stand houden.
Hoe het gebit van je hond gezond houden?
Tanden poetsen
- Het is belangrijk om regelmatig de tanden van je hond te poetsen. Je kan speciale stevige hondentandenborstels en hondentandpasta kopen bij een dierenspeciaalzaak of bij jouw dierenarts.
- Gebruik zeker geen tandpasta voor mensen! Tandpasta voor mensen bevat namelijk fluor en is giftig voor je huisdier.
- Begin al vanaf puppyleeftijd met tandenpoetsen zodat je hond hieraan kan wennen. Zorg er eerst voor dat je hond gewend is dat je aan zijn bek komt. Je kan eventueel jouw hond eerst wat worst van de tandenborstel laten likken of wat tandpasta op je vinger doen om hem hieraan te laten wennen. Zo kan je geleidelijk aan poetsbewegingen maken en na verloop van tijd zijn tanden poetsen. De binnenkant van het gebit van je hond hoef je nauwelijks te poetsen, aangezien de tong van de hond hier steeds langsgaat.
- Twee tot drie maal per week poetsen is meestal genoeg, maar dagelijks poetsen zou ideaal zijn. Bij de ene hond is tandenpoetsen vaker nodig dan bij de andere, omdat sommige honden sneller last hebben van tandplak dan anderen.
Kauwen, botten en kluiven
- Naast het poetsen, of bij honden waarbij poetsen niet lukt, helpt het om je hond veel te laten kauwen waardoor ook tandplak verwijderd wordt. Alleen het geven van harde voerbrokjes is daarvoor niet voldoende: veel honden schrokken dit bovendien snel naar binnen zonder veel te kauwen.
- Kluiven en kauwspeeltjes voldoen beter. Er zijn speciale speeltjes in de handel met een structuur die ervoor zorgt dat de kiezen goed schoon worden gemaakt en het tandvlees masseren.
- Pas op met kluiven: let op dat de hond zich er niet in kan verslikken. Sommige honden slikken het laatste stukje kauwkluif in, in dat geval kan je het beter weghalen. Let op met echte botten, deze versplinteren zeer gemakkelijk.
Gebitscontrole
Het is van belang om regelmatig het gebit van je hond te controleren en tandsteen te laten verwijderen bij je dierenarts. Tandsteen herken je aan gele of bruine plekken aan de zijkant van de tanden en kiezen. Rode randen aan het tandvlees duiden op een ontsteking. Ook slecht eten of overmatig kwijlen kan een teken zijn dat het gebit niet in orde is. Een slechte adem wordt vaak veroorzaakt door bacteriën in tandplak: een gezonde hond heeft geen slechte adem, ook niet als hij al wat ouder is!
Oefenen op gebitscontrole
Om het gebit van je hond goed te kunnen bekijken, moet hij het goed vinden dat je zijn bek open doet en zijn lippen optilt. Dit moet geoefend worden want de meeste honden vinden dit niet prettig. Begin daar zo jong mogelijk mee. Til tijdens het aaien voorzichtig een lip even op aan de zijkant van de bek en aai dan verder.
Breid dit langzaam uit zodat je steeds iets langer kan kijken en daarna de bek ook even een klein stukje kunt openen. Dit kan je doen door de onderkaak van onderen met je hand te omvatten en jouw duim en wijsvinger op de plek tussen hoektand en kiezen te zetten. Nu kan je voorzichtig de kaken wat van elkaar duwen, eerst maar een heel klein stukje. Laat los voordat de hond begint tegen te stribbelen.
Beloon hem met je stem als hij rustig blijft. Wees voorzichtig met het optillen van de lip bij de voortanden, dit kan pijn doen. Controleer op deze manier regelmatig het gebit. Laat de hond daarbij zitten en begin aan de zijkant. Til de bovenlip op en de onderlip omlaag en controleer tandvlees en gebit. Doe dit aan beide kanten, controleer ook de voorkant en open de bek om de kiezen goed te kunnen bekijken.
Meer informatie is te vinden op de webpagina gebitsverzorging bij de hond geschreven door het LICG.
Wens je een gebitscontrole voor je hond?
Neem het zekere voor het onzekere, preventie helpt!
Kom even langs voor een gebitscontrole van je hond of kat. Tip van WelloPet: in de jaarlijkse preventieve gezondheidscheck is een gebitscontrole sowieso standaard voorzien als één van de vaste onderdelen.